Elke zwangere vrouw moet geduldig zijn, 9 maanden wachten op dat kleine wonder is niet niks, maar zwanger zijn was voor mij een zalige periode, dus voor we het wisten, waren er bijna 40 weken gepasseerd.
Op de nacht van 25 op 26 maart 2014 ging ik naar het toilet en plots leek het dat ik het in mijn broek deed, maar dan anders. “Oooooh, het is zover!” dacht ik en maakte Bram wakker. “Schat, ik denk dat mijn water gebroken is.” We belden meteen naar de vroedvrouw en die zei dat we onze rust nog moesten nemen om energie te sparen. Ok, dan nog wat proberen te slapen, maar dat lukte langs geen kanten. Zo spannend allemaal! Er kwamen nog geen weeën op gang, dus wanneer ik weer belde naar de vroedvrouw, hoorde die aan mijn stem dat ik toch wat ongerust was. Hij stelde voor langs te komen. Niet veel later stond hij naast mijn bed met een teststaafje. Vals alarm! Het was gewoon wat extra vochtverlies, maar geen gebroken vliezen. Ik voelde me natuurlijk schuldig dat ik hem voor niks uit zijn bed gehaald had, maar hij stelde ons gerust en zei dat we hem altijd mochten bellen als er iets was.
De volgende dag verloor ik telkens als ik rechtstond een gulpje vocht. Toch wel raar dat extra vochtverlies en het bleef maar komen, dus toch maar weer een telefoontje naar de vroedvrouw. Deze keer had ik iemand anders aan de lijn. Ze zei dat als ik nog genoeg beweging voelde in mijn buik, ik me geen zorgen moest maken en dat ik op donderdag gewoon, zoals gepland, bij haar op consultatie moest komen. Als het toch mijn water was dat gebroken was, moest ik geen schrik hebben, want de baby maakt constant vruchtwater bij.
Op donderdag komen we bij de vroedvrouw, ze doet nog eens een test met het staafje en dit keer was het wel mijn water dat gebroken was. ’t Is te zeggen, niet volledig gebroken, maar gescheurd. Volgens haar ging het waarschijnlijk om een hoge vliesscheur, omdat ik telkens kleine gulpjes vruchtwater verloor.
“Maar wacht eens even? Als mijn vliezen gescheurd zijn, moet ik dan niet binnen de 24u bevallen zijn?”, vroeg ik haar wat ongerust.
Ze legde ons uit dat wanneer je vliezen gescheurd zijn en je je aan bepaalde regels houdt, zoals niet meer vrijen, niet meer in bad gaan,… kortom zorgen dat er niets naar binnen kan, er weinig gevaar is voor infectie. Als ik nu zou binnengaan in het ziekenhuis, zou ik inderdaad een bepaalde tijd (24 tot 72u) krijgen om te bevallen en als het dan nog niet natuurlijk gestart zou zijn, zou ik ingeleid worden. “Neeeee, geen inductie!!”, dacht ik meteen. Dat was echt het laatste wat ik wilde. Als de baby in gevaar is, ok, leid dan de boel maar in, maar als alles in orde is, zag ik geen reden tot paniek. Gelukkig dacht Bram er net hetzelfde over, dus met een recept voor weeënsoep en -thee keerden we terug naar huis.
Vrijdag 28 maart 2014 trokken we met 2 flessen weeënthee en een potje weeënsoep op pad. De vroedvrouw had ons de raad gegeven om langs te gaan in het ziekenhuis om met de monitor te controleren of alles nog in orde was met de baby en met mij. Uiteraard vonden wij dat ook een goed idee. In het ziekenhuis vertelden ze ons dat de hartslag van de baby dik in orde was en dat ik zeer regelmatig harde buiken had. Ik merkte wel wanneer ik een harde buik kreeg, maar pijn voelde ik niet. “Ok, en nu?”, dacht ik. “Ik hoop niet dat ze mij hier gaan houden.” Maar nee hoor, geen probleem, ik mocht gewoon terug naar huis, maar moest de volgende dag wel terug op controle komen en ook bloed laten trekken om infecties uit te kunnen sluiten.
De volgende dag had ik alles al in orde gemaakt om thuis te kunnen bevallen. Het volledige pakket stond klaar voor de vroedvrouwen alsook alles voor onszelf en de baby. De kaarsjes, muziek en oliebrander met bijpassende oliën stonden al op tafel.
Die voormiddag dacht ik dat het zover was, ik voelde wat gerommel in mijn buik en vol verwachting ging ik in mijn nestje zitten, muziek op en kaarsjes aan. Maar het was weer vals alarm en de moed zakte me in de schoenen. Het was precies of onze baby niet wilde komen, hij had het daar goed in mijn buik. Die middag weer naar het ziekenhuis voor een monitor en deze keer ook voor een bloedafname. We kregen te horen dat alles zeer goed ging met de baby en dat de harde buiken ondertussen al iets sneller op mekaar kwamen. Voor de resultaten van het bloedonderzoek mochten we ’s avonds om 20u bellen, maar voorlopig konden we terug naar huis.
Bram en ik hoopten natuurlijk dat ik geen infectie opgelopen had, want dan zou ik alsnog naar het ziekenhuis moeten om te bevallen. Om 20u kregen we dan het verlossende woord: “Alles in orde mevrouw, u heeft geen infectie. Maar de gynaecoloog van wacht zou toch willen dat u vanaf morgen met een preventieve antibioticakuur start.”
“Wat?! Een preventieve kuur antibiotica? Waarom moet ik in godsnaam antibiotica nemen als ik niks mankeer?!”, ik kreeg het warm en koud tegelijk.
Hierop volgde een serieuze discussie tussen Bram en mij. Ik wilde absoluut geen preventieve antibiotica nemen en hij dacht wanneer ik niet met de kuur zou starten en maandag zou terugkeren naar het ziekenhuis, ze mij zeker zouden houden en inleiden. Het was kiezen tussen de pest en de cholera, dus uiteindelijk zijn we overeen gekomen dat we zondag het voorschrift zouden gaan halen en maandag zouden starten met de kuur.
Zondag voor de derde keer naar het ziekenhuis voor een monitor en deze keer ook voor een voorschrift voor antibiotica.
Onze vroedvrouw had ons de raad gegeven om zo min mogelijk met de bevalling bezig te zijn en gewoon onze normale, dagelijkse dingen te blijven doen, maar als je elke dag naar het ziekenhuis moet voor controle ben je met niet veel anders bezig in je hoofd.
In het ziekenhuis kregen we weer gerustellend nieuws dat de baby het nog steeds uitstekend deed en dat er weer wat minder tijd tussen de harde buiken zat. Ook vertelden ze ons dat mijn eigen gynaecoloog maandag terug was uit verlof en dat we dus de volgende dag bij hem op controle moesten voor een echo.
Maandag zaten we weer met weeënthee en -soep in de auto richting het ziekenhuis. Die soep en -thee kwamen stilletjes aan m’n oren uit.
Aangekomen in het ziekenhuis moest ik eerst weer aan de monitor en werd er weer bloed afgenomen om daarna de resultaten te bespreken met mijn gynaecoloog.
Bij het binnenkomen van zijn praktijk vroeg hij me: “ Begrijp ik het goed dat u al sinds vorige week woensdag met gescheurde vliezen rondloopt?” Waarop ik antwoordde: “Jawel, dokter, dat hebt u inderdaad goed begrepen.” “En wat verwacht u van mij?” vroeg hij vervolgens. Ik vertelde hem dat ik het liefst thuis wilde bevallen en dat ik graag had dat de natuur zijn ding kon doen. “Ik ben zeer blij dat medische interventies bestaan, maar als alles in orde is met de baby en mij, zou ik het liefst terug naar huis gaan.”
“ Ok,” zei hij “ als de baby woensdag nog niet geboren is, komt u terug op controle.”
“Je zal zien”, zei Bram toen “dat de baby morgen op 1 april gaat komen.” Waarop de gynaecoloog antwoordde: “Dat denk ik niet.”
Wauw! Wat waren we opgelucht. We kregen niet alleen nog eens 2 extra dagen, maar ook moesten we een dagje niet naar het ziekenhuis.
Het was super mooi weer, dus we besloten in de namiddag een wandeling te maken met de honden. Toen ik rechtstond, na even gepauzeerd te hebben op een bankje, braken mijn vliezen helemaal. Ik belde direct naar de vroedvrouw en die vertelde me dat we ons geen zorgen moesten maken en dat het volledig breken van de vliezen alleen maar een hulp kon zijn voor mijn lichaam om in gang te schieten. Gerustgesteld, kropen we ’s avonds onder de wol.
Dinsdag werd ik rond 8u wakker met krampen en dacht: “Zou het zover zijn?” Ik ging naar toilet en meteen weer een teleurstelling, nee hoor, gewoon buikkrampen. 10 minuten later weer krampen en deze keer moest ik niet naar toilet. “Zou het dan toch…?” En ja hoor, 10 minuten later weer krampen, nee weeën, ja het waren wel degelijk weeën. “Joepie, het is begonnen!” Ik nam de telefoon en belde onze vroedvrouw: “ Ik weet niet of iemand ooit blij is met weeën, maar ik ben super content met die van mij, het is begonnen!” Hij gaf ons de raad om nog gewoon samen leuke dingen te doen, want nu al gaan zitten wachten op de rest, kon ervoor zorgen dat het een heel lange dag zou worden. Dus een wandeling met de honden, weeën opvangen tegen een boom, doopsuiker inpakken, weeën opvangen aan de telefoon met de toekomstige meter, soep maken, weeën opvangen in de keuken, lunchen, een weeëndans doen met Bram,…
Rond 14u begonnen de weeën toch wat intenser te worden en vroeg Bram of we onze vroedvrouw en doula niet moesten bellen. Ik zei dat het voor mij nog niet moest, maar als hij er geruster door zou zijn, hij dat zeker moest doen.
Om 14u30 was onze doula bij ons thuis en zij hield de vroedvrouw op de hoogte van het verdere verloop van mijn arbeid. We babbelden gezellig tussen de weeën door, aten samen iets en ze gaf ons tips die Bram dan kon toepassen om de pijn wat dragelijker te maken. Ondertussen had ik aan onze doula gevraagd om alle klokken uit het zicht te zetten. Ik wilde geen besef van tijd hebben, alles moest gewoon op zijn eigen tempo gebeuren. Rond 18u (werd mij achteraf verteld) werden de weeën zeer pittig en voelde ik een druk. In overleg met de doula gingen Bram en ik in bad. Onze doula installeerde zich naast het bad en begon te mediteren. Ik concentreerde me op de ademhalingstechnieken die ik leerde tijdens de zwangerschapsyoga.
Ik voelde dat het feller en feller begon te worden en het lukte me niet meer om tussen de weeën door te praten met Bram of onze doula. Wat een ongelooflijke kracht kwam er naar boven in mijn lichaam. Ik kon niet anders dan meegaan in de persdrang die mijn lichaam creëerde. Onze vroedvrouw was ondertussen ook aangekomen en hij verzekerde me dat ik goed bezig was. Bij de volgende perswee kreeg ik een enorm branderig gevoel daar beneden, de befaamde ‘ring of fire’. Het hoofdje stond en bij de volgende wee zag ik het hoofdje verschijnen. Ik wist dat het hoofd de grootste omtrek was en terwijl de wee aan het minderen was en ik eigenlijk nog moest wachten op de volgende om het lichaam eruit te krijgen, perste ik zelf wat extra bij en daar was hij, onder water, ons kleine wondertje. Ik pakte Teun uit het water en legde hem op mijn borst. Samen met Bram bewonderde ik ons eerste kindje. En het klopt helemaal wat ze zeggen: “The most beautiful things in life are worth the wait.”
May you touch
dragonflies & stars,
dance with fairies and talk to the moon.
May you grow up with
love & gracious hearts
& people who care.
Welcome to the world
little one.
It’s been waiting for you!